Een beetje stress zorgt dat je presteert. Denk aan die deadline of dat sprintje naar de trein. Maar langdurige stress doet meer kwaad dan goed. Hart- en vaatziekten, depressie en angststoornissen liggen dan op de loer. Hoe voorkom je dat de balans doorslaat in tijden van een 24 uurseconomie, constante bereikbaarheid en een cultuur waarin presteren en ‘druk, druk, druk’ hand in hand gaan?
Je voelt het bijvoorbeeld voor een examen, vlak voor je een podium opgaat, tijdens een sollicitatiegesprek of in de stoel bij de tandarts. Bij stress versnelt je hartslag, je spieren spannen zich aan en je ademhaling wordt sneller en dieper. Je bijnieren maken stresshormonen aan: adrenaline, noradrenaline en cortisol. Die stofjes zetten je spijsvertering op een laag pitje, maken tijdelijk extra energie vrij en zorgen ervoor dat er meer bloed naar je hersenen gaat. Je hele lichaam is klaar om te vechten of vluchten. Op de korte termijn leidt stress tot betere prestaties. Denk aan die toespraak voor een publiek. Stress zorgt op dat soort momenten voor extra alertheid en concentratie, daar is niets mis mee. Maar als stress te lang aanhoudt, is hij ongezond. Dan ga je slechter slapen, meer piekeren, minder ontspannen, oppervlakkiger ademhalen en heeft je lichaam geen tijd om te herstellen. Te lang te veel cortisol in je lichaam kan bijvoorbeeld leiden tot hogere bloeddruk, minder spierweefsel en een zwakker immuunsysteem. Chronische stress maakt mensen overbelast en uitgeput. Als je daar niets aan doet, kun je overspannen raken of een burn-out krijgen. Ook loop je meer risico’s op een maagzweer, hartritmestoornissen, een te hoog cholesterol en hyperventilatie.
Lees ook: 12 tips tegen stress
Chronische stress kan iedereen overkomen en komt ook steeds vaker voor. Stress wordt zelfs gezien als een van de belangrijkste gezondheidsproblemen van deze tijd. Wetenschapsjournaliste Wilma de Rek schreef er een boek over, samen met hoogleraar en psychiater Witte Hoogendijk: ‘Van big bang tot burn-out: het grote verhaal over stress’. De drijvende kracht achter de menselijke evolutie is stress, schrijven zij verrassend genoeg. Maar het huidige stresssysteem is niet meeveranderd met de razendsnelle technologische, sociale en culturele veranderingen van de afgelopen eeuwen. Mensen zijn er nog steeds op gebouwd om letterlijk beren op de weg te zien. Eeuwenlang was dat prima, want zo kon je er snel vandoor als je achterna werd gezeten door een gevaarlijk beest. Anno 2017 hebben we alleen met heel wat meer stressoren te maken dan zo nu en dan een sabeltandtijger of beer op ons pad. We hebben minder zorgen over een mislukte oogst en leven niet langer in een tochtende plaggenhut tijdens strenge winters. Maar we hebben wel meer last van andere prikkels die ons oeroude stresssysteem in werking zetten. Werkdruk, prestatiedruk, lawaai, dichtbevolkte steden, druk verkeer en tingelende telefoons. De meest recente technologische revolutie bracht ons internet en vervolgens de smartphone. Hierdoor komt er steeds meer informatie op ons af en zijn we 24 uur per dag bereikbaar. Wat helpt, is om die moderne stressoren af en toe uit te schakelen, bepleiten De Rek en Hoogendijk. Maar troost en relativering helpen ook. “In onze maatschappij leggen we de verantwoordelijkheid bij het individu. Maar burn-out, depressie of overspannenheid zijn geen problemen van een individu, het zijn problemen van ons allemaal. Dat inzicht is het begin van mogelijke oplossingen”, aldus Wilma de Rek.
Werkmail kan soms voelen alsof het over leven of dood gaat, maar dat is niet zo”, constateert arbeidspsycholoog Michelle van Laethem met een lach. En dan zijn er nog WhatsApp-berichten, je voicemail, je Facebooktijd-lijn, je Twitter-meldingen, je Snapchats en je Instagram. Toch vindt Michelle technologie niet bij uitstek de boosdoener bij stress. “Het gaat om de manier waarop wij technologie gebruiken, die zorgt voor een positieve of negatieve uitkomst. In de metro naar huis het nieuws lezen op je telefoon kan juist ontspannend zijn. Maar ‘s avonds laat je likes op social media gaan checken leidt eerder tot gepieker en dat is stressverhogend.” Zelf heeft ze haar werkmail van haar telefoon gehaald en de telefoon uit de slaapkamer verbannen. “Er zijn nog steeds wekkers te koop, dus die telefoon hóéft niet op het nachtkastje.”
Uit onderzoek van vakbond FNV blijkt dat 74% van de hbo+-opgeleiden regelmatig overwerkt.1 Een beetje overwerken, tot 4 uur per week, kan geen kwaad volgens arbeidspsycholoog Debby Beckers van de Radboud Universiteit. Vaak is overwerken dan ook een uiting van motivatie en werkplezier. Maar overdrijf het niet, zeggen wetenschappers:
‘Van werken wordt iedereen beter’, is het credo van verzuimbegeleider BeauAvis. Ze zien werk en privé niet als twee gescheiden werelden, maar zetten het werk wel centraal. BeauAvis kijkt vooral welke mogelijkheden iemand heeft en welke belemmeringen weggenomen kunnen worden, zodat iemand goed en met plezier aan het werk kan. Een oplossing op maat dus.
Gelukkig werknemers zijn productiever en ervaren minder stress. Investeren in vitaliteit is daarom investeren in je bedrijf. Maar waar begin je? We gaan erover in gesprek met Fleur Mulders, oprichter van De Atleetfabriek. De Atleetfabriek ontwikkelt en ondersteunt bedrijven met duurzame vitaliteitsprogramma’s op maat.
Hybride werken is een blijvertje. En daar horen rechten en plichten bij, voor u als werkgever en uiteraard ook voor uw medewerkers. Want u wilt dat zij overal veilig, gezond en verantwoord kunnen werken. Jo Weerts, spreker en docent Arbeidsrecht, belicht drie belangrijke aandachtspunten.
Reacties (1)
Ria Voppen
30 november 2017interessant