De Gezondheidsraad heeft eind augustus een nieuw advies gepresenteerd over gezond bewegen. De beweegrichtlijnen voor volwassenen en ouderen worden uitgebreider; behalve actief bewegen worden ook spier- en botversterkende activiteiten en het actief tegengaan van stilzitten in de toekomst een speerpunt. Maar wat kunnen werkgevers in de praktijk met deze adviezen?
‘Bewegen is goed, méér bewegen is béter.’ Dat is het centrale motto van het nieuwe advies dat het onafhankelijk adviesorgaan van de overheid op het gebied van gezondheid onlangs uitbracht.
De Gezondheidsraad heeft de meest recente wetenschappelijke inzichten over de relatie tussen bewegen en gezondheid bekeken en het voortschrijdend inzicht gevat in een reeks aanbevelingen waaraan elke Nederlander zich idealiter zou moeten houden. Een betere gezondheid bevordert immers de kwaliteit van leven en verkleint het risico op beperkende aandoeningen in een later levensstadium.
Deze aanbevelingen leiden tot de volgende beweegrichtlijnen voor volwassenen en ouderen:
Tot nu toe kende Nederland drie normen voor gezond bewegen: de Nederlandse Norm Gezond Bewegen, de fitnorm en de combinorm. De nieuwe richtlijnen lijken hier sterk op, maar verschillen toch wezenlijk. Allereerst zijn de drie losse normen geïntegreerd tot een nieuwe richtlijn. Verder is bij volwassenen en ouderen de minimaal benodigde beweging niet per dag uitgedrukt of in eenheden van tien minuten, maar per week, verspreid over enkele dagen. Maar het grootste verschil zit toch wel in de nieuwe aanbeveling om spier- en botversterkende activiteiten te doen en in de indeling van de intensiteit van activiteiten. De intensiteit van fysieke inspanning wordt uit gedrukt in MET (metabool equivalent), de hoeveelheid energie die een fysieke inspanning kost ten opzichte van de hoeveelheid benodigde energie in rust. Doordat nu wordt aangesloten bij internationale richtlijnen voldoen ouderen nu minder vaak aan de norm. Ten slotte is de richtlijn met betrekking tot zitten nieuw.
Het lijken logische en zelfs simpele richtlijnen. Maar toch is dit niet de dagelijkse praktijk voor het grootste deel van de Nederlanders. Nog niet de helft van alle mannen en vrouwen boven de 18 jaar voldoet momenteel aan deze nieuwe norm.
De Gezondheidsraad geeft aan dat het van wezenlijk belang is dat mensen bewegen integreren in hun dagelijkse leven. Dit kan al op een redelijk simpele manier, bijvoorbeeld door naar het werk te fietsen in plaats van de auto te pakken. Neem eens wat vaker de trap in plaats van de lift.
Mensen zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor hun (beweeg)gedrag. Toch is het absoluut de bedoeling dat ook werkgevers hun steentje bijdragen aan het motiveren van hun medewerkers. Bedrijven kunnen bijvoorbeeld beweegprogramma’s aanbieden of op kantoor sportfaciliteiten inrichten. Sommige bedrijven huren zelfs personal coaches in die met hun werknemers een fitplan opstellen en vervolgens ook helpen om de beoogde doelen op het gebied van gezondheid en vitaliteit te behalen. Wat je ook doet, zorg er als bedrijf vooral voor dat de maatregelen niet van bovenaf worden opgelegd, maar integreer de plannen en ideeën in het DNA van het bedrijf. Overleg met de ondernemingsraad of preventiemedewerker en sta vooral ook open voor suggesties van medewerkers. Meer vitaliteit is een doel dat niemand in zijn eentje kan behalen, maar dat we kunnen bereiken door met z’n allen de schouders er onder te blijven zetten.
Kunt u hulp gebruiken bij het verbeteren van de vitaliteit op uw werkvloer, heeft u vragen over het motiveren van medewerkers of denkt u graag mee over dit onderwerp? Stuur mij gerust een e-mail via vo@onvz.nl, dan neem ik contact met u op.
Bron: Gezondheidsraad
Gelukkig zijn op je werk. Dat wil toch iedereen? Toch is het niet vanzelfsprekend. Uit onderzoek blijkt dat sinds corona de verbinding met collega’s en het werkgeluk van (thuis)werkend Nederland in verschillende sectoren is gedaald. Tijd om aandacht te besteden aan werkgeluk. Psycholoog Elze Versteeve neemt u mee en geeft tips hoe u het werkgeluk onder uw medewerkers kunt vergroten.
Hoe zorg je ervoor dat werknemers met plezier naar hun werk gaan, met liefde een stapje extra zetten voor hun werkgever en lange tijd inzetbaar blijven? ‘Ga samen aan de slag met jobcrafting’, luidt het antwoordt van professor Successful aging at work Annet de Lange. Zij onderzoekt de invloed van jobcrafting en traint werknemers en -gevers hierin.
Nederlanders worden niet alleen steeds ouder, ze blijven ook langer gezond en werken langer door. Gelukkig maar, want de arbeidskrapte is ongekend. Zó kunnen werkgevers bijdragen aan duurzame inzetbaarheid van jong en oud.